woensdag 25 november 2009

Ook volwassen vrouwen willen een verrassingsei.

Soms bellen studenten hem ’s nachts dronken op. Dan zeggen ze dat ze een leuk ringetje in de automaat zagen zitten, maar dat er een stuiterbal uitkwam. Of ze dat ringetje dan bij hem kunnen bestellen.



“Gelukkig heb ik een voicemail,” zegt Wim Goossens, exploiteur van kauwgomballenautomaten. “Soms bel ik ze voor de gein ‘s ochtends om half negen terug. Ze zijn altijd verbaasd dat er iemand terugbelt en meestal gebruiken ze als smoes dat een vriend met hun telefoon heeft gebeld.”

Goossens heeft automaten door heel Nederland, maar vooral in het noorden van het land. En hoewel er anderen met kauwgomballenautomaten op de markt zijn, is hij nagenoeg de enige met kastjes die permanent buiten aan de muur zijn bevestigd – muren van cafés, winkels en cafetaria. Het zijn dubbele kastjes, met aan de ene kant kauwgomballen en aan de andere kant verrassingseieren.

Hij heeft in totaal zo’n 600 kasten en hij kan hiervan leven – het is een stabiele markt. Sommige gemeentes maken het hem echter moeilijk door ineens precariobelasting te gaan heffen – belasting voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven de gemeentegrond, zoals een fietsenrek, een reclamebord of dus een kauwgomballenautomaat. Voor Goossens komt dat neer op zo’n 60 euro per automaat per jaar. “De winkeliers krijgen daar dan een brief over,” zegt hij, “maar die spelen dat natuurlijk door aan mij, want het zijn mijn automaten.”

Goossens maakt zich hier boos over. “De gemeente doet er niks voor terug, je mag alleen betalen. In zo’n geval stop ik er in die gemeente meteen mee, want dat kan voor mij niet uit. Dan hebben zij niks en dan heb ik niks – dat is toch zonde? Ze maken het mij gewoon onmogelijk. Gelukkig is dat alleen zo in de Randstad. In de rest van het land doen ze niet zo moeilijk.” Zijn kastjes hangen nu vooral in het noorden van Nederland – Leeuwarden, Groningen, Veendam, Franeker, Assen. Dat daar ook minder gestolen en vernield wordt komt hem goed uit.

Eén van de bestverkopende automaten van Groningen hangt aan de muur van eetcafé Lambik. Eigenaar Eddy Weening: “Goossens komt hier ongeveer eens per maand om de kastjes bij te vullen. Vaak zijn ze dan al bijna leeg. Met mooi weer drinken en eten mensen met jonge kinderen hier vaak op het terras en als die kinderen zich gaan vervelen, vragen ze aan hun ouders of ze iets uit de automaat mogen. Aan het einde van een drukke zaterdag heb ik geen 20-cent-munt meer in de kassa zitten.”

Vijfentwintig jaar geleden begon Goossens te werken voor een bedrijf dat naast kauwgomballenautomaten ook speelautomaten verhuurde. Door een verandering in de wet ging het ineens heel goed met de speelautomaten en kocht Goossens het kauwgomballengedeelte. Hij doet het sindsdien helemaal alleen. “Vooral met de overgang van de gulden naar de euro had ik het heel druk. Ik heb alle kasten zelf omgebouwd – dat was heel veel werk.”

“Je kunt niet zomaar wat kauwgom in de kastjes doen,” gaat hij verder. “De kauwgom kwam altijd uit Ierland, maar de fabriek is onlangs verhuisd naar China. De kauwgom is speciaal gemaakt voor in automaten die buiten hangen. Het kan tegen hoge temperaturen in de zomer en lage temperaturen in de winter en tegen vocht. Dat moet ook wel, anders verkleurt de hele boel.” De stuiterballen en de verrassingseieren komen ook uit China en uit India. In de verrassingseieren zitten ringetjes, fluitjes en kleine dingen voor aan een kettinkje.

“Ik verbaas me er soms over wie er allemaal geld in de kastjes stoppen,” zegt Goossens. “Veel studenten dus, maar ook volwassen vrouwen, van dertig of veertig jaar, die er zo een paar euro instoppen omdat ze een leuk kettinkje zien – het is ongelofelijk.” Weening: “Dergelijke automaten bestaan natuurlijk al tientallen jaren. Misschien dat volwassenen er ook uit nostalgie af en toe wat geld ingooien.”
Desalniettemin moet Goossens het voornamelijk van kinderen hebben en dan vooral in de zomer. “Laatst kreeg ik een telefoontje van een meisje dat een halve stuiterbal had gekregen. Of ze de andere helft ook mocht hebben. Dan noteer ik de naam en het adres en als ik in de buurt ben voor het bijvullen van de automaten, dan stop ik daar wat in de brievenbus.” En ja, dat geldt ook voor studenten die hem ’s nachts bellen omdat ze hun stuiterbal voor een ringetje willen inruilen.

Goossens is nu 48 en is van plan dit tot zijn pensioen te blijven doen. “Het is meer dan alleen werk. Ik heb een goede band met de winkeliers en het contact met hen is ontzettend leuk. Het zal nog moeilijk voor me worden om er afstand van te doen.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten